Dubbel zes is de nieuwe roman van Daphne Deckers (50), die inmiddels al ruim 1,3 miljoen boeken heeft verkocht. Hoe gaat een schrijfster van zoveel bestsellers te werk?
Dubbel zes volgt het verhaal van Annabel Brinkmeester. Wanneer ben je eigenlijk tevreden over de juiste naam van je hoofdpersoon?
‘Annabel komt uit Bussum, uit een Gooise familie, dus dan ga je op zoek naar een naam die daarbij past. Een naam die zich laat afkorten is ook fijn; hier kun je ‘Bel’ van maken. De naam moest ook makkelijk zijn voor Engelssprekenden, want een aantal hoofdrolspelers uit Dubbel zes zijn Amerikanen. Dan wil je ze niet ‘Grietje’ laten zeggen, dat werkt niet. En zo puzzel je door totdat je een vóór- en achternaam hebt die lekker bekt, goed loopt, past in je verhaal en sympathiek klinkt.’
Hoe lang zit een scenario van een nieuw boek meestal al in je hoofd voordat je ‘m daadwerkelijk op papier zet?
‘Het begint ermee dat een idee rondzingt in mijn hoofd. Ik wilde graag iets doen met mistaken identity: wanneer iemand zich uitgeeft voor iemand anders geeft dat een heleboel spanning, want je voelt als lezer natuurlijk dat dit een keer gaat uitkomen. Maar hoe geef je je in deze tijd van social media in hemelsnaam nog uit als iemand anders? Ik ben drie maanden bezig geweest om mijn hele plot logistiek in elkaar te laten passen. Dat is een erg leuke fase: je puzzelt net zo lang totdat alles ‘past’. En dan begin ik pas met schrijven.’
Ben jij het type ‘ik weet nog precies wat ik in elke column of boek heb geschreven’ of ‘ik word regelmatig herinnerd aan bepaalde scènes en passages waarvan ik zelf al niet eens meer weet hoe ze ook alweer gingen?’
‘Ik ben helemaal het eerste type. Je kunt een willekeurig boek van mij openslaan (en ik heb er nu 24 gepubliceerd), twee regels voorlezen en ik kan je vertellen wat ervóór en erna komt, haha!’
Wat is het ultieme compliment en de grootste belediging die je kunt krijgen?
‘Ik weet niet of het nou zo’n grote belediging is, maar ‘ik vond het wel aardig’ hoor ik helemáál niet graag. Love it or hate it, maar ‘wel leuk’? Daar zit ik niet twee jaar voor te werken. Gelukkig heb ik dat tot nu toe nog maar zelden gehoord. Het ultieme compliment vind ik dat mensen mijn boeken kopen. Lezen verliest terrein, boeken zijn niet goedkoop, veel mensen doen helaas aan illegaal downloaden. Maar er zijn gelukkig ook nog steeds een heleboel Nederlanders die wél graag lezen, en die een roman nog ‘gewoon’ willen afrekenen. De schrijvers zijn u dankbaar!’
Je bent geboren in Nijmegen, woont in Muiderberg, hebt de halve wereld afgereisd, bivakkeert graag in Marbella, bent net terug uit L.A., maar wat heb je met Amsterdam?
‘Ik heb bijna twintig jaar in Amsterdam gewoond: Govert Flinckstraat, Spuistraat, Stadhouderskade, P.C. Hoofstraat, Korte Leidsedwarsstraat en in Buitenveldert. Onze dochter Emma is in Amsterdam geboren, maar toen zij zes maanden oud was, zijn we naar Muiderberg verhuisd. Ik ben zelf opgegroeid in Persingen, het kleinste dorp van Nederland en je weet wat ze zeggen: je kunt het meisje wel uit het dorp halen, maar het dorp niet uit het meisje. Ik kom nog steeds heel graag in Amsterdam, maar de extreme parkeertarieven en het krimpende aantal parkeerplekken maakt een bezoekje niet makkelijk. Amsterdam doe je nog steeds het beste op de fiets!’