Barry Hay bewaart mooie herinneringen aan André Hazes. De Golden Earring-frontman vertelt een drietal anekdotes over zijn overleden vriend.

1. Rock-’n-roll

‘Ik zag Hazes voor het eerst in een nachtclubje in Noordwijk. Wij speelden daar met de Earring en Hazes stond pal vooraan. Hij was toen nog niet zo heel bekend, maar later hoorde ik dat hij naast blues- ook van rock-’n-roll muziek hield. Dat verbaasde me wel, want onze timing is heel anders dan die van vertolkers van het levenslied.’

2. Onvergetelijke studio-ervaring

‘Ik leerde Hazes beter kennen toen het Sophia Kinderziekenhuis een duettenalbum uitbracht voor het goede doel. Ik mocht een duet doen met Hazes en wij hadden gekozen voor Crazy Horses van The Osmonds. Tijdens de opnames van deze single was hij bezig om de laatste hand te leggen aan Bloed, Zweet en Tranen. ‘Barry, haal even een biertje uit de ijskast’, zei hij tijdens het wachten in de studio tegen me. Ik liep naar beneden, trok de gigantische ijskast open en je raadt het al: die zat he-le-maal vol met bier. In de groentela, in het ijsvakje en in de deur: overal zag ik het groen van Heineken. Ondertussen liet hij me hij me Bloed, Zweet en Tranen horen en hij vroeg me wat ik ervan vond. Ik zei dat ik het een waanzinnig nummer vond. Daarna doken we de studio in om Crazy Horses op te nemen. Hazes had ondertussen al een stuk of 20 van die groene blikjes op en zei heel ondeugend dat hij nooit zijn huiswerk deed. Nou, dat was te merken! Uiteindelijk heb ik eerst mijn partij maar ingezongen en daarna had hij veel moeite met het zijne. Hij raakte zichtbaar gefrustreerd en begon opeens te schallen, waarschijnlijk om indruk te maken.’

Lees ook: Erik van der Hoff: ‘Hazes vond het jammer dat wij Engelstalig zongen’

3. Bierdealer

‘Uiteindelijk zijn Hazes en ik goed bevriend geraakt. Wat niemand weet, is dat ik ooit bier naar binnen heb gesmokkeld toen hij onder curatele op zijn hotelkamer in Noordwijk zat. Ik droeg een jas om al die blikjes te verbergen, want er zat een lijfwacht voor de deur. Ik was dus zijn bier-dealer op die dag. ’s Avonds trad hij op in het Olympisch Stadion en trof ik hem in zijn kleedkamer. Hij was een vat vol twijfels en zat helemaal te trillen. ‘Come on man, mafketel! Het hele stadion zit vol met mensen die allemaal op jou zitten te wachten. Je kan de bühne opkomen, een scheet laten en ‘nou jullie’ roepen en dan laten ze allemaal een scheet!’ riep ik. Onbegrijpelijk dat hij zo nerveus was, terwijl het echt te gek was om te zien hoe het publiek die gast op handen droeg.’

Interview Martijn van Stuyvenberg Foto Laura Besch