Mokum Magazine hoofdredacteur Martijn van Stuyvenberg (46) zit dit jaar 25 jaar in het vak. Hij werkte voor de grootste tijdschrifttitels van Nederland en interviewde (inter)nationale wereldsterren als Beyoncé, Eminem, Robbie Williams, Enrique Iglesias, Shakira en Rihanna. In ‘Off The Record’ vertelt hij de verhalen achter de schermen.
‘Hallo… meneer? Menee-heer!!’
Er hing een stewardess aan mijn arm.
Mijn eerste en enige gedachte: ‘wat moet dat mens van me?’
‘We zijn er’, knikte ze richting raamzijde. Ik keek om me heen en constateerde dat ik in een leeg vliegtuig zat. ‘Waar zijn we?’, vroeg ik, volledig versuft. ‘Op Isla Margarita. We zijn al een tijdje geland, maar u heeft heel diep geslapen.’ Nog steeds had ik het idee dat het een droom was en dat ik zodadelijk pas écht wakker zou worden. De stewardess gaf me een glaasje water en probeerde erachter te komen wat mijn reisdoel was. Ik had geen flauw idee en werd daar een beetje paniekerig van. Na een paar minuten begon het me te dagen: dit was mijn allereerste vliegreis en ik was er in mijn eentje op uitgestuurd om een reportage maken van de videoclip van Jeremy Jackson en… ik had teveel slaappillen geslikt! De plattelandsdokter had tegen me gezegd dat ik, zodra ik angstig werd bij turbulentie, gerust wat pilletjes mocht innemen. Dat was niet tegen mijn (vlieg-)angsthazerige dovemansoren gericht: de halve strip was leeg!
Lees ook: Off The Record #3: Mijn eerste interview
In de hal stond een taxichauffeur op me te wachten die me naar het resort bracht. Vijf dagen lang mocht ik daar verblijven om in en rondom het hotel verslag te doen van wat er allemaal gebeurde tijdens de clip van het liedje You Really Got It Going On. Klein probleem, zeker voor een beginnend journalist: er gebeurde geen ene reet! Bovendien werd elke scène minstens vijfmaal opgenomen en het duurde nog eens extra lang omdat er in Jeremy – Hobie uit Baywatch dus – nou niet bepaald een Al Pacino schuilde. En zo werd er een videoclip gemaakt waarin er niet veel meer gebeurde dan een slapende Jeremy die zich uitrekte, zijn balkondeuren opendeed en vervolgens werd opgehaald door wat vrolijke figuranten die de rol van zijn beste vrienden speelden. Tienduizenden euro’s moeten er over de balk zijn gesmeten voor een fantasieloze video bij een afschuwelijk slecht liedje dat vijf dagen lang keer op keer door de speakers schalde. Elke ochtend om zeven uur – vanwege het mooie weer startten we vroeg – kreeg ik tijdens het ontbijt een draaiboek van de regisseur waarin ik hoopvol op zoek ging naar die ene spectaculaire scène. En zo zat ik daar vijf dagen urenlang achter elkaar in de brandende zon van een afstandje te kijken naar een toen nog populaire wereldster, die zich af en toe mateloos opwond over zijn tegenspeelster. Zo beklaagde hij zich erover dat zij onnodig lang in de make-up en styling zat en alle aandacht naar zich toe probeerde te trekken. Pas op de allerlaatste dag kreeg ik Jeremy himself te spreken, want daarvoor mocht hij absoluut niet uit zijn concentratie worden gehaald. ‘Probeer er maar een stuk of vijf interviews uit te slepen voor het geval dat het een hit wordt’, had mijn hoofdredacteur me van tevoren nog meegegeven. Maar dat werd het niet. Het nummer You Really Got It Going On flopte gigantisch en kwam – in tegenstelling tot zijn eerdere hit You Can Run – niet eens in de Tipparade terecht. Na een aantal maanden liet de platenmaatschappij me weten dat er in Nederland én België in totaal slechts 1.600 (!) singles waren verkocht. Voor dat schamele aantal plaatjes was ik dus naar het prachtige Isla Margarita afgereisd. Maar ik was wél voorgoed van mijn vliegangst af…