We kennen haar allemaal: de ietwat oudere vrouw met zo’n hondje waarvan je denkt: had nou maar een échte hond gekocht! Deze week kwam ik haar tegen bij een uitgebreid terras. Ze stond te foeteren tegen een onhandig uit zijn doppen kijkend obertje, dat zich er duidelijk ook geen raad mee wist. Omdat ik verder niet nieuwsgierig ben maar wél graag wil weten waar er nu weer over te zeiken valt, luisterde ik hun gesprek af. Mevrouw vond ‘dat het nu welletjes was geweest met dat verruimde terras’.
Volgens haar was het elke dag ‘volle bak’ en waren de verloren corona-centjes nu wel terugverdiend. Kortom, het was genoeg geweest, ze had bijzonder veel last van deze drukte en hoewel er genoeg stoepruimte overbleef, vond ze het ‘hinderlijk’ om steeds langs een vol terras te moeten lopen. Op dat moment keek ik heel even naar het lachende gezicht van een man die een biertje dronk. Ik zag iemand die zichtbaar genoot van zijn vrijheid. Na maandenlang geen mens te hebben gezien, kon hij eindelijk weer eens een pilsje pakken met zijn eveneens veel te dik geworden vrienden. Achter hem zag ik een meisje met een prachtige hoed, bij wie ik eveneens een soort van tevredenheid en opluchting zag. En toen keek ik weer naar het chagrijnige, diep gegroefde gezicht van de oudere dame met het hondje. Een harde overgang. Omdat ook de ober geen pasklare oplossing had om haar intens gedaalde levensvreugde op te krikken, beende ze boos weg. Dat haar hondje ondertussen een paar druppels tegen een tafelpoot had gepiest, was haar ontgaan. Ze mompelde dat ze ‘zo de gemeente wel even zou bellen’.
Lees ook: De kip wordt duur betaald
Eerlijk gezegd werd ik er in eerste instantie een beetje moedeloos van. Waarom zijn er zoveel mensen in deze stad die geen enkele situatie meer in een breder perspectief kunnen plaatsen? Of geen deel meer willen of kunnen uitmaken van een vrolijke samenleving? Die het plezier van andere mensen het liefst kapotmaken, zodat we allemaal worden meegesleurd in die negatieve stroom van protesten, klachten, bedenkingen en bezwaarschriften. Waarom wordt de één blij van al die volle, uitgebreide terrasjes en wil de ander blijdschap aan banden leggen? ‘Eigenlijk zouden die terrasjes bij mooi weer altijd zo vergroot mogen worden’, dacht ik. En ik fietste verder, met de gedachte dat er een ambtenaar van de Gemeente Amsterdam op dat moment de zoveelste klacht moest noteren. Zo’n klacht van een naar mens met een hondje dat voorlopig eigenlijk geen recht van spreken meer zou mogen hebben…
Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine
Zonnebril: Nike Vision
Sweater: Black Bananas
Cap: Mokum Made
Met dank aan: WestCord Art Hotel
Volg Martijn ook via Instagram @martijnvanstuyvenberg