Hij is de bekendste oud-politiewoordvoerder van Nederland: Klaas Wilting (81). Begenadigd spreker, gewild talkshowgast én schrijver. In zijn nieuwe boek Gevaar Loert Overal brengt hij een ode aan de politieman op straat.
Hij houdt niet van betweters, schuwt geen discussie en is kritisch op de reorganisaties binnen de politie. Maar ook is hij trots: op zijn ouders en familie. ‘Ik kom uit een echt arbeidersgezin.’ Moeder zorgde voor haar tien kinderen. Kleding werd niet weggegooid, maar versteld. Vader beulde in de Drentse veenkoloniën – ‘Over slavernij gesproken’ – en verhuisde later met zijn gezin naar Amsterdam om er op de tram een betere boterham te verdienen. Wilting schrijft en praat met liefde over hen. Maar ook over een falende overheid in de strijd tegen de criminaliteit, waarbij de kogels de wetsdienaren niet zelden om de oren vliegen.
Werken bij de politie was niet je eerste keuze?
‘Nee, na mijn militaire dienst solliciteerde ik als antennemonteur bij de Rijksluchtvaartdienst en ook bij de politie. De RLD reageerde sneller. Mooi werk, maar hoogtevrees moest je niet hebben. Soms, als we een nachtje over moesten blijven sliepen we, in slaapzakken, aan de voet van zo’n mast.’
En toen kwam, alsnog, antwoord van de politie.
‘Eigenlijk had ik er helemaal niet zo’n zin meer in. Maar mijn moeder zei: ‘Jongen, dat moet je doen, dat is een prima baan’. Ik ben haar er nog altijd dankbaar voor. The rest is history.’
Lees ook: Ellie Lust: ‘Iedereen verdient een tweede, derde en zelfs een vierde kans’
Je begon zoals ieder ander: op straat.
‘Aan het bureau Leidsestraat. Als je woordvoerder wordt van zo’n grote organisatie is het belangrijk dat je alles ook zelf meegemaakt hebt. Zo kun je er je eigen gevoel inleggen. Als voorlichter was ik altijd ter plekke: krakersrellen, liquidaties. Je móet er dan staan, als aanspreekpunt. Ook voor de pers. Die wisten me altijd meteen te vinden.’
In je boek breek je een lans voor meer ‘blauw’ op straat.
‘In het Drentse dorp waar ik opgroeide had je zo’n echte veldwachter: ‘Lange Smit’. Een ‘wijkagent’ zou je nu zeggen. Door alle reorganisaties en inkrimpingen zijn er steeds minder mensen zoals hij. Als politieman moet je tussen de mensen staan, weten was er speelt, bijtijds criminaliteit terugdringen. Twee, drie, wijkagenten in een buurt zouden al het verschil kunnen maken. Er is veel verloren gegaan. Vroeger had je bijvoorbeeld een horeca interventie team en een prostitutieteam, die precies wisten wat er speelde. Maar al die initiatieven zijn de kop ingedrukt. Ik ben van nature een vrolijk mens, maar zie de criminaliteit alsmaar toenemen.’
Niet lang na ons gesprek overleed crimefighter Peter R. de Vries, op klaarlichte dag neergeschoten in de Lange Leidsedwarsstraat. Jullie kenden elkaar goed.
‘Ik was er – net als heel Nederland – kapot van. Al die reacties, die bloemenzee. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.’
Het gevaar loert, inderdaad, overal…
Interview Corrie Verkerk