‘Buurman! Búúrmáán!’ Ik keek in het diep gegroefde gezicht van een buurtbewoonster, die – net als ik – met een vuilniszak in haar handen stond. ‘Ik wilde even tegen je zeggen dat jij je kattenbak korrels niet los in je ‘vullis’ mot gooien’, hijgde ze. ‘Kattenbak korrels?’ herhaalde ik. Ze knikte. Met de blik van een rechercheur die nu eindelijk de hoofdverdachte eens aan een verhoor mocht onderwerpen omschreef ze in plat Amsterdams wat er in de weken ervoor was voorgevallen. ‘Ja, want as de vullis-dienst is geweest, blijft er altijd kattenbak grind op straat leggen. En die vullis-sakke scheuren dan open. Ik heb het laatst ook al tegen je buurman gesjegd, maar die sjei dat ik beter jóu erop an kon spreken.’ Terwijl ze haar ‘vullis-sak’ bovenop de andere ‘vullis-sakken’ gooide, bleef ze me aankijken, opgelucht dat ze haar assertiviteit had getoond. Nu werd het tijd om verweer te voeren tegen de valse beschuldiging aan het adres van mijn viervoetige huisgenote. ‘Mag ik vragen waarom u denkt dat míjn vuilniszak is opengescheurd?’, vroeg ik. Met haar beide handen maakte ze een ‘maar dat is toch logisch?’-gebaar.
Lees ook: ‘Dat zei m’n vrouw ook vannacht…’
Met een dikke Amsterdamse ‘L’: ’Tja, júllie hebben een kat, toch?’ Ik vroeg haar of ze wist hoeveel katten er hier in de buurt wonen, maar die theorie werd ogenblikkelijk verworpen. Ze bleef bij haar bewering dat het ónze kat moest zijn geweest, omdat het plaats delict zich nou eenmaal nagenoeg voor onze deur bevond. ‘Van dat witte soda-achtige spul was het’, omschreef ze bijna triomfantelijk. Op zulke kleinburgerlijke momenten probeer ik altijd rustig te blijven door een keer grootstedelijk diep adem te halen. ’Nou, Miss Marple, dan heb ik nieuws voor u: onze kat poept op houtkorrels van de Albert Heijn en als u beter oplet, ziet u mij meerdere keren per week een AH-tasje in de afvalbak op de hoek van de straat gooien. Dus in onze ‘vullis-sak’ zitten nooit kattenbak korrels!’ Met de staart tussen haar benen droop ze af. Een excuus bleef uit. Terwijl ik mijn ergernis probeerde te onderdrukken sloot ik mijn voordeur en beloonde ik de argeloze baas des huizes met een snoepje. ‘Kan je weer lekker poepie-poepie doen, hè? En dan hangen we deze week even een AH-tasje met al jouw poepie-poepies erin aan die boze mevrouw d’r deurknop als bewijs. Ja, dát gaan we nou eens doen!’
Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine
Zonnebril: Nike Vision
Opticien: Kat Optiek
Sweater: Supper
Cap: Mokum Made
Volg Martijn ook via Instagram @martijnvanstuyvenberg