Mokum Magazine in gesprek met columnist, schrijver en scenarist Roos Schlikker: een échte Amsterdamse met het hart op de goede plaats én op de tong.
Wat is de Amsterdamse historie van Roos Schlikker?
‘Om te beginnen is mijn vader boven Café Nol geboren en Amsterdam is ook míjn geboortestad. Vanaf mijn vierde tot mijn twaalfde heb ik in Amsterdam-Noord gewoond en toen zijn we verhuisd naar het centrum. Ik groeide op bij het Leidseplein. Dat was wel effe wennen hoor, om van het destijds dorpse en pittoreske Noord ineens middenin de binnenstad te worden gepoot. Of ik me ook een echte Amsterdamse voel? Absoluut! Ik heb veel gereisd, maar altijd om weer terug te keren naar Amsterdam.’
Aan welke plek in Amsterdam bewaar jij een dierbare herinnering?
‘Op mijn trouwdag zou mijn vader mij weggeven als bruid. We gingen met een taxi naar de Stopera, maar we waren een beetje te vroeg. We zijn toen naast een plaskrul op een bankje aan de Amstel gaan zitten en we namen samen – hij in pak en ik in die enorme bruidsjurk – het leven nog een beetje door.’
Wat vind je de lelijkste straat van Amsterdam?
‘Ik ben niet dol op de Marnixstraat, met dat verschrikkelijke kruispunt bij Het Marnix dat al zestien keer geherstructureerd is maar waar ik nog altijd bijna word doodgereden.’
Wat is het beste lied dat over onze stad is geschreven?
‘Het is stil in Amsterdam van Ramses Shaffy. Naar dit nummer heb ik veel geluisterd in mijn studententijd. Als het na een avondje stappen ook daadwérkelijk stil was in Amsterdam neuriede ik dit liedje als ik op de fiets zat en dan voelde ik me heel grootstedelijk… en behoorlijk aangeschoten!’
Lees ook: Hanny Veerkamp: ‘Ik ben niet het type dat achter de geraniums gaat zitten’
Waar zou jij – als oud VI Vandaag tafelgast – Johan Derksen mee naartoe willen nemen?
‘Ik denk dat ik hem het meeste plezier doe als we naar de Johan Cruijff ArenA gaan. Ik zou hem graag eens mopperend bij een wedstrijd van Ajax willen zien zitten. En dan haal ik ondertussen wel een biertje en een heel vies broodje bal voor ons in de rust.’
Wat staat er nog steeds op je to do lijstje om ooit naartoe te gaan?
‘Het Van Gogh Museum! Vraag me niet waarom en ik vind het best een beetje gênant, maar ik ben daar dus nog nooit binnen geweest.’
Wat zou jij anders aanpakken als je burgemeester was?
‘Geen idee of de burgemeester hier invloed op heeft, maar ambtelijke regeltjes zijn een drama hier in Amsterdam. Ik woon bijvoorbeeld in een heel oud huis dat als monument is aangewezen, waardoor ik geen spijker meer mag vertimmeren. Zelfs als je het mooier maakt, schaad je volgens de regeltjes het aangezicht van het pand. In heel Amsterdam hebben we het over vergroenen, maar ik mag er nog geen struik neerzetten. Ik snap heus wel dat er beleid moet zijn om te voorkomen dat ik mijn hele huis zwart verf, maar sommige regels zijn wat mij betreft veel te streng. Dat geldt ook voor lullige dingen, zoals een winkel die geen bankje meer voor de deur mag plaatsen, of een bord of vlaggetje dat van de ene op de andere dag wegmoet.’
Interview Martijn van Stuyvenberg Foto William Rutten