Denk jij ‘plat Amsterdams’ te kunnen ouwehoeren? Bewijs jezelf en doe deze Amsterdamse woordenquiz!
1 Geeltje
A 5 euro
B 5 gulden
C 25 euro
D 25 gulden
2 Rampetampen
A Dansen
B Lawaai maken
C Vrijen
D Touwtjespringen
3 Konterik
A Vervelend persoon
B Lui persoon
C Dik persoon
D Grappig persoon
4 Bordeelsluiper
A Instapschoen
B Hoerenloper
C Pooier
D Dief
5 Spooien
A Sproeien
B Bedelen
C Haasten
D Stelen
6 Labberdoedas
A Leugenaar
B Klap
C Viezerik
D Portemonnee
7 Bezol
A Bizar
B Goedkoop
C Geheimzinnig
D Druk
8 Kapotje
A Koopje
B Afzetter
C Flesje
D Condoom
9 Oostenrijker
A Meevaller
B Aansteller
C Grappenmaker
D Toneelspeler
10 Sjappiehendelemendele
A Ellende
B Snelle hap
C Rotzooitje
D Vrolijk persoon