Deze week las ik een artikel waarin de grootste irritaties tijdens concerten werden opgesomd. ‘Het hele concert filmen’ stond op de eerste plek, gevolgd door ‘praten tijdens een concert’ – ook wel ‘the Dutch Disease’ genoemd. De bronzen medaille gaat naar ‘het niet kunnen zien van de artiest, omdat er zoveel mensen pal voor je neus staan en/of zitten’. Míjn ergernis stond er niet tussen, maar is vaak wel het gevolg van dat laatste.

Vanwege de luide muziek is er namelijk altijd wel iemand die zich onaantastbaar waant en in die toch al benauwde zaal achteloos een wind(je) laat ontsnappen. Hierdoor sta je dan niet alleen tegen een wiebelende achterkant aan te kijken, maar adem je ongevraagd ook nog eens diens zure luchtbel van stikstof, zuurstof, koolzuurgas, waterstof en methaan in. En nee, de term ‘wie het eerste ruikt, heeft meestal zijn poepertje gebruikt’ is hier niet van toepassing!

Lees ook: Een bij-zonder verhaal

In vrijwel alle gevallen ga ik direct op zoek naar de vermeende dader, die schaamteloos de lucht van zijn/haar onverteerde voedingsresten in mijn zone heeft uitgeperst. Zou het die dikkontige dame pal voor mij zijn, die ongetwijfeld een uur geleden nog een Double Big Tasty bij de McDonald’s in de Leidsestraat in haar mik duwde? Of toch dat houterig dansende iele mannetje naast haar, die een beetje schuchter om zich heen staat te kijken met een biertje in zijn hand.

Het geniepige windje boet nog steeds niet in aan kracht. Inmiddels zie ik meer concertbezoekers om zich heen ruiken, waarbij een grote kerel op rechts – type voormalig Hells Angel – mij doordringend aankijkt. ‘Wat stinkt het hierjjj’, hoor ik een meisje met een – daar is ‘ie weer! –  Goois accent tegen haar vriendin zeggen. De meiden dansen dapper verder en zingen het refrein van het nummer luidkeels mee.

Iets na tienen wandelt mijn vrolijke concertgenote, zichtbaar nagenietend, Paradiso uit. Ze rept geen woord over de ‘dampoe’ die een stinkende smet op míjn avond wierp. Ondertussen is de ‘frisse’ Amsterdamse buitenlucht aan de Weteringschans een verademing. Mijn kirrende concertvriendin recenseert volop hardop. ‘Wat was het goed, hè? Maar wel een beetje kort. Ik stuur je straks alle filmpjes door. Ben zó blij dat ik geweest ben; deze show blijft nog wel effe hangen.’ Ik knikte, al zal er bij mij nog wel meer blijven hangen als ik terugdenk aan deze me(ur)morabele muzikale avond…

Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine