Prachtige verhalen van bijzondere kroegen waar je als Amsterdammer geweest moet zijn. Vandaag: De Roode Laars

Aan de gevel hangt een heuse rode laars, een requisiet uit de speelfilm ‘Dichter op de Zeedijk, naar het gelijknamige boek van Kees van Beijnum die het café zou ge-bruiken als decor voor zijn succesvolle roman. Ooit vestigde zich er, in 1870, schoenmaker Trost die zijn laarzen onder meer sleet in de Amsterdamse haven. Kortom: het ontbreekt het huidige bruiner-dan-bruiner café niet aan historie.

Anno 2024 is het een kleine, knusse kroeg met merendeels ‘vaste jongens en meisjes’ aan de toog: oudgedienden uit de Zeedijk-buurt, trouwe bezoekers die van verre komen. ‘Tachtig procent bestaat uit vaste stamgasten’, aldus uitbater Jeroen van der Valk. Stamgasten die er ‘blind’ kunnen binnenlopen. Er is altijd wel een bekende voor het uitwisselen van de laatste nieuwtjes.

Lees ook: Café Tante Roosje: van het Hollandse lied tot een babyshower

De bitterbal komt desgewenst van de overkant, want De Roode Laars is vooral een kroeg voor praters en drinkers. Zonder poespas. In de jaren negentig heette het nog ‘De Rode Baron’, veranderde van stamlokaal in een Thai-bar, tot Jeroens vader Ger het interieur onder handen nam en de oude naam én het karakter in ere herstelde. Inmiddels staat Jeroen aan het familieroer en is De Roode Laars zo’n kroeg uit een verhaal van Carmiggelt. De oude café-chroniqueur zou er zich thuis gevoeld hebben.

De Roode Laars, Zeedijk 17

Wil je het verhaal van jouw café vertellen? Mail dan naar info@mokummagazine.nl