Door de kou houden we de ramen dicht, ondanks de overvloedige zonneschijn. De duiven fladderen voor onze ramen, opgewonden door de zon. Ze zitten voortdurend bovenop elkaar, laten zich niet de les lezen door de ijspegels van de nachtvorst. Herinneringen bubbelen in mijn hersenpan naar boven, herinneringen van lang geleden. En daar heb ik maar eens een gedicht op geschreven:
Nooit vergeten
Het ijsje, bij grote dorst voor mij gehaald,
midden in de nacht bij plensbui. Mij met
lepeltje gevoerd tot groot geluk en kleine
hapjes.
‘Speel jij nou maar Bach. Dat kan ik niet zo…’
Na jaren huwelijk; een nacht waarin
gezegd: ‘Sorry, ik kan je nog steeds niet
weerstaan, je ruikt zo …zo lekker!’
Koken kon ‘ie niet.
Bij geboorte zoon opende hij een blik Spam!
En kookte een ei…het geluk was er
niet minder om.
Bewijs op papier, na jaren stilte: ‘ik zal
altijd van je houden.’
Marjan Berk
Meer columns van Marjan lezen? Klik HIER.