Mokum Magazine hoofdredacteur Martijn van Stuyvenberg (46) zit dit jaar 25 jaar in het vak. Hij werkte voor de grootste tijdschrifttitels van Nederland en interviewde (inter)nationale wereldsterren als Beyoncé, Eminem, Robbie Williams, Enrique Iglesias, Janet Jackson, Jody Bernal en Rihanna. In ‘Off The Record’ vertelt hij de verhalen achter de schermen. Mart Smeets
‘Je mag Mart bellen. Telefoonnummer daarna weggooien, svp.’ Als een agent of manager mij verzoekt om het 06-nummer van een BN’er te verwijderen moet ik me altijd inhouden om niet te antwoorden dat ik eigenlijk van plan was om zijn/haar telefoonnummer onder het artikel te plaatsen. Zo van: ‘heeft u nog vragen over dit interview? Bel Mart dan zelf even op 06-XXXXXXXX.’
Voor wie het nog niet doorhad: ik mocht dus Mart Smeets bellen. Bij de eerste poging kreeg ik zijn voicemail: ‘hoi, ik ben er even niet, of ik weet niet hoe dat ding werkt, dat kan ook. Ik probeer later terug te bellen, laat even naam en nummer achter, dankjewel.’ Het zinnetje ‘of ik weet niet hoe dat ding werkt’ vond ik erg komisch. Zelfs mevrouw van Zetten uit Tiel weet inmiddels hoe haar mobiele telefoon werkt! Ik sprak zijn voicemail in, maar er werd niet teruggebeld. Aan het einde van de middag probeerde ik het opnieuw en toen nam hij wel op. Hij klonk alsof ‘ie net een middagdutje had gedaan. Keurig netjes legde ik hem eerst uit voor welk blad ik werkte en wat de insteek was van mijn verhaal. Dat leek hem niet te interesseren. ‘Vraag gewoon wat u wilt weten’, onderbrak hij ongeduldig mijn inleiding. Het interview ging over Johan Cruijff, dus ik stak van wal met de vraag wanneer hij JC voor het eerst ontmoette. ‘Dat moet in de jaren 60 geweest zijn’, antwoordde Mart. Er viel een ongemakkelijke stilte. ‘Ja? En toen?’, vroeg ik. Als door een wesp gestoken klonk het: ‘ah, u kent mij dus niet’ aan de andere kant van de lijn. ‘U kent mij dus niet? Wat is dit nou?’, reageerde ik verbaasd. ‘Nee, want anders had u wel geweten dat ik in de jaren 60 een basketballer was!’, brieste hij. Even was ik met stomheid geslagen. ‘Maar hoe moet ik nu weten wat, waar en wanneer u Cruijff ontmoette in de jaren 60, dat had toch ook op de Dam in Amsterdam kunnen zijn?’, pareerde ik. Dat antwoord had hij niet verwacht. Hij wilde overduidelijk even dwars doen om het dwars doen. Mij op niet mis te verstane wijze laten merken dat de grootste sportjournalist aller tijden kostbare tijd voor mij had ingeruimd om even een anekdote te vertellen.
Lees ook: OFF THE RECORD #12 Een goed gesprek met Jerry Springer
Smeets ging verder. ’Nou ja, laat maar. Enfin….’ En eerlijk gezegd kon ik er wel een beetje om lachen. Ik heb een zwak voor onaardige mensen die grootheidswaanzin veinzen. Ik kan lachen om Donald Trump, ik vind Louis van Gaal hilarisch, ik geniet (soms) van de Peter R de Vries arrogantie en ook Mart Smeets heeft zich die hautaine ‘I am the greatest in history’-attitude aangemeten. En ik geef toe: hij geldt voor velen nog altijd als een icoon in de sportjournalistiek. Het werd een heel merkwaardig interview, waarbij Mart dus zelfs als je hem naar een simpel quote’je over Cruijff vol overgave de rol van ‘lul met vingers’ speelt. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen!