Mokum Magazine hoofdredacteur Martijn van Stuyvenberg (46) zit dit jaar 25 jaar in het vak. Hij werkte voor de grootste tijdschrifttitels van Nederland en interviewde (inter)nationale wereldsterren als Beyoncé, Eminem, Robbie Williams, Enrique Iglesias, Shakira en Rihanna. In ‘Off The Record’ vertelt hij de verhalen achter de schermen. De Telegraaf
‘Ik moet hier weg’. Nog nooit heb ik me zó ongelukkig gevoeld als tijdens mijn periode op de Christelijke Hogeschool Windesheim, waar ik op mijn achttiende aan de opleiding ‘journalistiek management’ begon. Wát een waardeloze studie! Tot op de dag van vandaag raad ik iedereen met klem af om naar de School voor de Journalistiek te gaan. Het staat je vrij om het met mij oneens te zijn, maar goed kunnen schrijven en communiceren: dat heb je, of dat heb je niet. Dit creatieve vak leer je grotendeels in de praktijk, door te oefenen, alle kansen met beide handen aan te grijpen, door heel vaak op je bek te gaan en toch vol te blijven houden.
De docenten op het HICO (Hoger Informatie en Communicatie Onderwijs) in Zwolle waren vrijwel allemaal ontslagen regionale verslaggevers, die ons op zwaar gefrustreerde en autoritaire wijze de les lazen. Ik hoefde niet eens zoveel research te plegen om er achter te komen dat de meesten van hen een paar maanden eerder ergens de laan uit waren gestuurd.
De leraar Radio & Televisiejournalistiek, die me deed denken aan het typetje Koos Koets van Kees van Kooten, rookte tijdens elk college een jointje en daarmee dwong hij bij mij nou niet bepaald veel respect af. De leraar Geschreven Pers vond het nodig om al mijn artikelen op weinig subtiele wijze af te branden. ‘Deze jongen kan zo bij De Telegraaf gaan werken’, wees hij naar mij. Op basis van een door hem voorgelezen politie persbericht moesten wij een kort krantenartikel schrijven. ‘Ik vind het knap dat jij er keer op keer als enige vooral de sensatie eruit weet te filteren.’ Bijdehand merkte ik op dat hij er niet bij had vermeld voor welk medium we moesten schrijven. ‘Voor een normale, gerespecteerde krant, dat is toch logisch?’, brulde hij. ‘En wat is volgens u dan een normale, gerespecteerde krant?’, informeerde ik. Briesend: ‘Allesbehalve de Telegraaf!’ Zijn ogen spuwden vuur. Het was doodstil in het lokaal en hij bleef dreigend voor me staan. ‘En welke krant leest meneer zelf?’, vroeg hij. ‘Nou, om eerlijk te zijn ben ik opgegroeid met De Telegraaf en die lees ik nog steeds elke ochtend.’ Iedereen keek me aan alsof ik zojuist had bekend dat ik een moord had gepleegd. Klaarblijkelijk was ik ook de enige die de humor van deze situatie wel inzag. Ik werd verzocht om ogenblikkelijk naar de mediabibliotheek te vertrekken om daar échte kranten als de NRC, Volkskrant en Trouw te bestuderen.’ Even later kwam een studiegenoot bij mij aan tafel zitten, die er nog een schepje bovenop deed. ‘Ik denk dat jij geen ethiek hebt’, merkte hij op. ‘Iedereen wil toch uiteindelijk bij de beste krant van Nederland werken?’
‘Ik moet daar weg’, zei ik thuis tegen mijn moeder. ‘Die klootzakken leiden je op tot een Jan Lul die de rest van zijn leven dezelfde artikelen moet schrijven over inbraken en boerderijen die in de fik vliegen. Nou, dat vind ik dus niks aan!’ Tot mijn verbazing gaf ze me twee adviezen. De eerste zag ik aankomen, de tweede niet: ‘haal je propedeuse en stuur ondertussen gewoon een open sollicitatie naar een krant waarvoor je wél graag wilt schrijven.’ Diezelfde avond schreef ik een brief naar een ‘krant’. En nee, niet naar ‘de T.’, maar naar een andere fantastische en ethisch zéér verantwoorde krant: de Hitkrant!
* De klasgenoot die zich afvroeg of ik geen ethiek had, is uiteindelijk geen journalist geworden. Op zijn LinkedIn-profiel lees ik dat hij zichzelf als een ‘enthousiaste en motiverende persoonlijkheid die van complexe ideeën relevante en begrijpelijke concepten kan maken’ omschrijft. Oftewel: een gebakken luchtspecialist!