Wie, wat, waar en waarom? Stand-upcomedian Soundos (39) heeft heel veel goed nieuws en vertelt je daar alles over!
WIE?
Wie is Soundos?
‘Ik ben een geboren en getogen Amsterdamse. Allereerst woonde ik in Oost, in de Czaar Peterstraat. Op mijn elfde verhuisden we naar Amsterdam-Zuidoost en daar ben ik tot op de dag van vandaag gebleven. Als kind wilde ik naar de Toneelschool, maar daar werd ik niet aangenomen. Optreden en acteren was mijn droom, maar castingbureaus belden mij alleen maar als ze weer eens ergens een Marokkaantje voor nodig hadden en dat vond ik nogal lelijk. Op een dag besloot ik om stand-up comedy te proberen, want ik stond erom bekend dat ik heel goed verhalen kon vertellen. ‘Geef het de kans en neem er een jaar de tijd voor’, gaf mijn moeder als advies. Dat ene jaartje is inmiddels zeventien jaar geworden, want ik ben nog steeds niet uitgeleerd. Het is een moeilijk en zwaar vak, waarbij je heel veel vlieguren moet maken om het van de grond te laten komen. De eerste jaren verdiende ik er helemaal niks mee. Ik stond op campings, trad op voor reiskosten en consumptiebonnen en had al snel door dat je écht karakter moet hebben om iets te bereiken in dit vak. Ik wil vooral niet zo’n gillend wijf zijn dat maar één trucje herhaalt.’
WAT?
Wat is je grootste talent?
‘Verhalen vertellen zit niet alleen in onze familie, maar ook in de Marokkaanse cultuur. Tel daarbij op dat Amsterdammers er ook om bekend staan dat ze goed kunnen lullen en grappen vertellen. Ik heb het beste van twee culturen.’
‘Ik wil vooral niet zo’n gillend wijf zijn dat maar één trucje herhaalt’
WAAROM?
Waarom houd jij zo van Amsterdam?
‘Ik woon in de Bijlmer, de buurt waarover veel mensen nog steeds een raar idee hebben. Mees-tal zijn dat trouwens mensen die er óf nog nooit zijn geweest, óf er de afgelopen vijftien jaar niet zijn geweest. Voor mij is deze buurt een dorp in een stad. Ik ken al mijn buren, kan mijn buurvrouw vragen of ze last-minute even op mijn kind wil passen, leen schoonmaakmiddel bij de andere buren, we komen bij elkaar op de koffie, ik ken de kassameisjes van de supermarkt en de dames van de Zeeman. Als ik de drukte op wil zoeken ben ik met de metro zo in de stad. En als ik dan terugga, denk ik: ‘heerlijk, ik mag weer naar mijn dorpje toe!’’
Interview Martijn van Stuyvenberg Foto William Rutten