Ik had mij er heel erg op verheugd. Eindelijk mocht ik een kijkje nemen in het hoofdkwartier waar het wereldberoemde Amsterdamse zuur vandaan komt. Hier zwaait Oos Kesbeke de scepter, de inmiddels bij een groot publiek bekende Amsterdamse zuurkoning. ‘Ik weet het nog’, vertelt een Amsterdamse vriend van mij. ‘Vroeger stond de kar op het Rapenburg, later op het Waterlooplein. En toen zijn ze naar Amsterdam Zuid vertrokken. Wanneer ik op mijn werk zat, fietste ik in de pauze toch even vlug naar de kar met zuur, om wat lekkers te halen voor bij de lunch. En bij ons thuis kochten wij op vrijdag altijd een grote bak zuur voor de hele week.’
Zelf ben ik inmiddels ook fan geworden van dat Amsterdamse zuur, en vooral licht verslaafd aan zo’n grote dikke zure bom, waar mijn humeur altijd zo van opbloeit. Vol verwachting stap ik, geflankeerd door de crew van Mokum Magazine inclusief fotograaf het directiekantoor binnen, waar men druk doende is met van alles en nog wat. Er loopt een filmploeg rond, die Heer Oos filmt voor opnames voor het succesvolle Kesbeke journaal van Albert Heijn. En ook De Augurkenkoning is wegens groot succes geprolongeerd naar een tweede seizoen. Mijn oog wordt getrokken naar een enorm groot bassin met tropische vissen achter hem, dat anderhalve wand beslaat. ‘Dat aquarium is gevuld met biologisch zeewater, dat regelmatig wordt ververst’, zegt Oos trots.
Lees ook: Afgezakt
Ik kijk intussen nieuwsgierig naar de grote glazen potten, waarin allerlei proeven van exotische zuurmakerij te zien zijn. ‘Dit zijn ingelegde tulpenknopjes!’ En ik zie nog veel meer bijzondere ingelegde producten, en ik voel grote behoefte om overal héél eventjes een vinger in te steken, om te proeven. ‘We kunnen hier letterlijk van alles in het zuur leggen’, betrapt Oos mij. ‘En misschien ook leuk om te weten: we hebben hier nog steeds een leuk klein winkeltje aan de overkant, waar je al die lekkere dingetjes kunt kopen. Net als vroeger, voor bij de lunch of voor later!’