Nadat mijn dochter en ik huppelend de cardioloog hadden verlaten, (na het min of meer gunstige bericht dat het hartfilmpje na twee jaar geen veranderingen had laten zien) was er nog maar één verlangen dat ons bezig hield: een nieuwe haring! En daar de viswinkel om de hoek bij de hartdokters was gevestigd, was het een kwestie van vijf minuten rechtdoor, oversteken naar rechts, tien stappen rechtuit en dan links onze neus achterna de viswinkel in.

‘Twee nieuwe haringen met uitjes’, riepen wij bijna jubelend naar de vrouw achter de toonbank. Daar was die dan, die heerlijke vette Hollandse haring. ‘God, wat een godenspijs’. En daarna gingen we nog even door met de vrouw: ‘twee bakken kibbeling zonder saus.’

Lees ook: Een baldadige dichteres

Mijn dochter en ik hijgden licht na dit Gargantuaanse schrokken. Wat een zaligheid. Wanneer je net van de dokter hebt gehoord, dat er in twee jaar met je oude hart niets is veranderd, nog steeds versleten en ruisend, en dan dat Hollandse zeefruit naar binnen slobberen. Dan maak je Vrouw Berk en haar mooie jonge dochter zielsgelukkig.

Nog twee nachten droomde ik hiervan. Helaas, er gleden geen dikke verse vette haringen in mijn droom naar binnen. En bij mij op de gracht is geen viswinkel, maar we gaan op zoek. Want in Amsterdam zijn vast meer viswinkels waar je dit nieuwe haringgenot kunt kopen. Ik jaag vandaag mijn vette droom achterna. U hoort nog van mij. En mijn dochter!

Marjan Berk