Het moest er wel een keer van komen. Er was veel over gesproken. Ik huiverde bij de gedachte dat ik bij een spelletje moest aanschuiven. Mijn lange leven was ik erin geslaagd nooit mee te doen, ik verontschuldigde mij altijd met de meest laffe smoezen. Hoe aantrekkelijk het aanbod ook was. Op een gegeven ogenblik lieten ze me maar met rust. Onbegonnen werk, ze wil niet. Maar toch, in een zwak moment bezweek ik. ‘Oké, vooruit dan maar, ik ga met jullie mee.’ Ik poetste mijn schoenen, wierp een flinke teug Chanel N°5 over mijn kruin en aldus royaal geurend haalden ze mij op en brachten mij naar Grand Café 1e Klas op het Centraal Station. Een plek waar ik jaren geleden nog wel eens vergaderde voor allerlei min- of meer opwindende programma’s.
‘Bingo zei je? Nooit van gehoord. Nou ja, wel van gehoord, maar voor mij was dat Russisch. ‘Moet ik dat spelen? Krijg ik dan een assistent bij me, die zegt wat ik moet doen?’
Oké. Ik zal dapper zijn. Doen wat ze zeggen. Niet zeuren. Enfin, zo ging ik dan mee met de aardige en buitengewoon voorkomende heren van Mokum Magazine op stap. In de Eerste Klas Wachtkamer op het Centraal Station was in al die jaren vrijwel niets veranderd. Alles blonk en glom als in de tijd dat de Koninklijke Familie binnenkort weer met het koninklijk rijtuig op stap zou gaan. Ik keek om me heen of de vertrouwde oude papegaai er nog was. Nee, die was van hoge ouderdom gestorven. Maar er was wel een nieuwe papegaai, een jonkie van ruim twintig jaar. Die wilde wel graag met mij kennismaken.
De gerant van het restaurant, zijn baas, ging de vogel halen. Een prachtige spierwitte beauty. Ik geloof dat ze Hennisman heette. De papegaai ging onbekommerd op mijn hand zitten, het was affectie van beide kanten. De prachtige witte veren muts die hij droeg stak fier omhoog. Maar toen ik lieve woordjes tot het dier sprak, trok hij die stralende veren muts uit en maakte een vriendelijk praatje met mij (zie foto).
Lees ook: Barre Tijden
Maar nu de Bingo nog. Ik kreeg een veilig plaatsje en een aardige begeleider met een rode stift in de aanslag. Hij mij mocht mij helpen op het juiste ogenblik een rode stip op het goede getal te meppen.
En daar gingen we. Het spel werd onder het afspelen van de door het publiek zelf samengestelde ‘playlist’, de showmaster had zich vermomd als Amy Winehouse. Heel grappig, geen onheilspellende borstpartij te zien. Mijn begeleider legde mij uit hoe het spel te spelen. Een beetje stroef ging ik van start. Maar de zaal, jong en oud, zong werkelijk alle Nederlandse nummers mee. Onvoorstelbaar. Ik heb nog nooit zoveel vaderlandse teksten correct meegezongen horen worden. Ik kwam helemaal in de stemming. Ik ging het eigenlijk hartstikke leuk vinden.
Ik zwaaide op bevel van de quizmaster met mijn speelkaarten op de maat van de muziek mee. Kortom, ik ging helemaal los. Ik jubelde mee, wanneer er een speler bingo riep. Het oude kind in mij brak uit, zong mee met al die enorme hoeveelheid populaire hits in mijn eigen taal en had lol voor tien. Ik kauwde fanatiek op de zalige winegums. Deze werden mij door mijn hartelijke buurvrouw Melanie royaal aangeboden (En ze zijn goed voor de botten vanwege de gelatine).
Ik zat als een bekeerling intens te genieten van de vrolijkheid bij het gemengde jonge en oude publiek. Leeftijd deed er hier helemaal niet aan toe. Hoewel ik helemaal niks won, maakte me dat ook helemaal niks uit.
Mijn begeleiders brachten mij weer veilig thuis, ik had een tikkeltje onrustige nacht, waarbij ik in mijn slaap enkele malen ‘Bingo!’ riep. Ik overweeg mijn volgende verjaardag al mijn kinderen, kleinkinderen en goeie vrienden uit te nodigen voor een Bingoavondje. Ik ben, wat je noemt, een hardcore Bingo bekeerling geworden!