Aan de overkant, in huisje nummer 2, verblijven nieuwe mensen. Hun kinderen, twee broers, begroeten ons enthousiast. ‘Hallo buurman, wij zijn Mark en Lars en we komen uit Nijmegen’, kwaken ze in een onbewaakt ogenblik. Hun vader, die ik na één oogopslag ‘Meneer Lampenkatoen’ noem, haalt met het gefocuste gezicht van iemand die een draad door het oog van een naald probeert te krijgen ondertussen alle koffers, tassen en kinderspullen uit de auto.

‘Wat eet jij daar?’, vraagt de oudste aan mij. Uiteraard kan ik het niet nalaten om de Ome Willem-grap, die meestal nog prima werkt bij kinderen, van stal te halen. ‘Een heerlijk, versgedraaid, dampend broodje poep’, roep ik. Dan komt mevrouw Lampenkatoen naar buiten gevlogen. De plooien van haar verbeten en verreisde gezicht vliegen achter haar aan. ‘Mark! Lars!’, gilt ze streng. ‘Laat die mensen met rust. Hier komen, nu!’

Omdat wij al enigszins tot rust zijn gekomen en dat bij hen zo te zien nog minstens twee weken zal duren, verbazen we ons over het feit dat er bij zowel meneer als mevrouw Lampenkatoen niet eens een ‘hallo’ af kan. ‘Ach, ze zullen wel moe zijn’, beslissen wij voor hen. Maar ook in de dagen die erop volgen blijken ze allebei niet van plan om zich te komen voorstellen of om er een ‘goedemorgen’ eruit te persen. Wij fantaseren er lustig op los. ’Zouden het homohaters zijn?’ Of zou het gewoon een heel erg in zichzelf gekeerd Libelle gezinnetje zijn?’

Lees ook: Yuppen wachtrij

Omdat we op vakantie zijn, besluiten we het fascinerende echtpaar te observeren. Zo kom ik er al snel achter dat ze een Ford Focus rijden, waarvan ik vervolgens lees dat het ‘de ideale gezinsauto’ is. Ook hebben meneer en mevrouw Lampenkatoen dezelfde eReader en ’s avonds, als de kinderen al in bed liggen, leggen zij samen nog een kaartje op hun terras met een goed glas wijn uit de camping supermarkt. Maar steevast blijven ze allebei hun hoofd afwenden als onze blikken elkaar toevallig kruisen. En nee, het is ons niet gelukt om meer te weten te komen over de familie Lampenkatoen.

Maar één ding weten we zeker: als Nijmegen tijdens de carnaval weer wordt omgedoopt tot Knotsenburg, zie je de Lampenkatoennetjes niet op een praalwagen staan zwaaien.

Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine