Voor wie het gemist heeft: ik schreef dus een stukje over Femke Halsema, waarin ik aangaf dat ik haar soms zo onvriendelijk vind en tot nu toe een beetje onzichtbaar bij de grote kwesties die zich afspelen in de stad. Ik baseerde me vooral op bewegende beelden, dus niet op een aantal uit zijn verband getrokken quotes en artikelen.
Tijdens haar allereerste werkbezoek noemde ze haar bestelling bij de FEBO desgevraagd met een haarscherp geregistreerd vies gezicht ‘taaie kroketten uit een laatje’. Nu wil ik niet op alle gefrituurde slakken zout leggen, maar ik verbaasde me over deze formulering. Had ze als burgemeester niet gewoon iets aardigs kunnen zeggen? Iets in de trant van: ‘deze kroketten van een fantastisch Amsterdams bedrijf met maar liefst 29 vestigingen binnen de ring zijn precíes wat de inwendige mens nodig heeft om weer een paar uurtjes door te knallen in onze mooie stad?’ Ik geef onmiddellijk toe: deze opmerking past misschien iets meer bij Erica Terpstra, maar je mag best weten: ik houd van vrouwen zoals Erica. Krachtig, altijd positief, vriendelijk, grappig en benaderbaar.
De volgende indrukwekkende scène speelde zich af bij de studentenbezetting van het P.C. Hoofthuis in september. Femke stapte uit haar dienstauto en merkte een AT5 verslaggever op – nota bene dezelfde vriendelijke presentator die haar elke twee weken interviewt voor de stadszender. Ze keek hem geïrriteerd aan, zuchtte een keer diep en zei: ‘ik kom hier alleen om met studenten te praten en níet met de pers’. Ik scrollde het fragment terug. Noemde ze die voor haar altijd mild gestemde verslaggever nou ineens ‘de pers’? Ja, ze zei het echt, wederom met die geagiteerde blik. En met haar tanden op elkaar klinkt het dan altijd nóg onvriendelijker. Oké, misschien was ze een beetje gespannen om al die ongewassen actievoerders toe te spreken, maar ook dan kun je toch met de rust en autoriteit die bij een burgermoeder passen losjes en nonchalant in twee zinnen uitleggen wat je komt doen en waar je op hoopt?
Tot slot circuleert er ook nog een filmpje waarbij Halsema in een krampachtige houding reageert op een aantal bij elkaar gegoogelde meningen van Sylvana. De camera’s registreren dat ze behoorlijk van streek is. Ze houdt eerst een breedsprakig betoog en spreekt uiteindelijk de wens uit dat ze hoopt van dit soort ‘debatbederf’ bevrijd te blijven. Gniffelend keek ik naar mijn beeldscherm. ‘Laat je nou niet zo kennen’, mompelde ik. ‘Had er nou effe een Chantal Janzentje ingegooid en het bij een ‘wat heeft die Simons toch veel verstand van soulmuziek, hè?’ gelaten.’
Maar goed, ik schreef dus een stukje over Femke Halsema, waarin ik aangaf dat ik haar soms zo onvriendelijk vind. Het veelbesproken artikel werd massaal geliked en gedeeld door zowel voor- als tegenstanders. ‘Kritische vrouwen met een sterke mening, eng hè?’, zei een felle Amsterdamse (hier wilde ik eigenlijk ‘felle tante’ schrijven, maar dat wordt waarschijnlijk denigrerend bevonden in deze tijd). Ze vond dat ik kleinerend was, op de persoon speelde en deed alsof vrouwen een speelbal zijn zonder een ondoordachte mening. Ze vroeg om een inhoudelijke discussie, zonder daarbij zelf op de inhoud in te gaan. Verder werd ik uitgemaakt voor ‘slappe lulhannes’, ‘iemand die er vast en zeker niet tegen kan dat er een vrouw aan het roer is’ en ook het onvermijdelijke trendwoord ‘azijnpisser’ kwam weer eens langs.
Anyway, ik schreef dus een stukje over Femke Halsema, waarin ik aangaf dat ik haar soms zo onvriendelijk vind. Zij die het met mij eens waren, vonden het nodig om daar nog een schepje bovenop te doen. De toetsenbordterroristen die het met mij oneens waren, duwden mij in de richting van de afdeling vrouwenhaters. Terwijl de heetgebakerde reacties maar bleven binnenstromen, zette ik mijn telefoon op vliegtuigmodus en keek ik verder naar Erica Op Reis.

XXX
Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine