Daar zat hij dan te zingen, heel gewoon op een kruk, Ketelbinkie, de Rotterdamse tranentrekker, waar ik op z’n minst een nat oog van krijg. Gerard Cox, een jaar heb ik met hem mogen werken bij Lurelei, samen met Jasperina de Jong, Eric Herfst, Rogier van Otterloo aan de piano en ik deed ook mee. Jaren zestig, ook toen stond de wereld voortdurend op z’n kop.

En wij speelden in het kleine theater aan de Leidsekade, waar de entree tevens het podium was, slechts door een gordijn te veranderen. Gerard zong twee topnummers, ‘la Belle Américaine’ en vooral het spraakmakende nummer ‘Arme ouwe’, wat over toenmalig koningin Juliana ging.

Terwijl Gerard dat zong, waren Jasperina en ik bezig achter dat gordijn van de ingang hoedjes van de kapstokken te plukken en te passen. Het was de bedoeling, dat wij de lichtwaarnemingen na de nummers zouden doen, ik bedoel wanneer een nummer klaar was, het licht uitdoen.

Lees ook: Worst

Maar Jasperina en ik waren zo bezig, dat we vergaten het licht van Gerard uit te doen, toen arme ouwe uit was. Daar zat hij op zijn kruk. En Eric Herfst was woedend, hij heeft ons nog net niet…

Wij schaamden ons dood, dit was een zonde. Maar aan Gerards succes deed dit allemaal niets af. Nu kan hij ons nog net zo meeslepen met zo’n klassiek nummer als het ontroerende Ketelbinkie. Hartelijk gefeliciteerd Gerard, blijf gezond en zing nog lang voor ons!

Marjan Berk