Deze maand moeten we (de onnavolgbare commentaren en oneliners van) de bijzondere Johan Cruijff alweer 5 jaar missen. Mokum Magazine spreekt met sportjournalisten en vrienden van Cruijff. Vandaag: Mart Smeets.
‘De eerste keer dat ik Cruijff tegenkwam, was in de jaren 60 tijdens een gezamenlijk trainingskamp in Zeist van de Nederlandse voetbal-, hockey en basketbalploeg. Ter voorbereiding op drie kampioenschappen hadden de bondscoaches de nationale ploegen op een zondagochtend bij elkaar gebracht om een loopje te doen. Cruijff en ik zeiden elkaar gedag en dat was het. Ik vond het een genoegen om naar hem als speler te kijken.
Alle ontmoetingen met Johan zijn me bijgebleven. Het was nooit saai met ‘m. De band die ik met hem opbouwde zou ik omschrijven als heel normaal, vriendelijk en geïnteresseerd. We kwamen elkaar tegen in tv-studio’s, stadions in binnen- en buitenland, bij congressen en dan vroeg hij – vaak nadat hij op de bekende wijze zijn snotneus ophaalde – vrijwel altijd eerst hoe het met mij en mijn kinderen ging. Ik weet nog goed dat ik – nu elf jaar geleden – voor het eerst opa werd en Cruijff te gast was. Hij zat bij mij aan tafel en ik begon nietsvermoedend aan de uitzending. Cruijff interrumpeerde mij vrijwel direct om me te feliciteren met het feit dat ik voor het eerst opa was geworden en deed dat op een luchtige en grappige manier zonder daarbij klef of vervelend te zijn. Hij werd even persoonlijk en dat was typerend voor Cruijff. Hij was een buitengewoon sociaal mens. Hij vroeg eerst aan de koffiejuffrouw bij de NOS hoe het met haar ging en dan pas kwam hij de studio binnen.
Lees ook: Jaap de Groot: ‘Ik mis onze vriendschap en de lessen die Johan me leerde’
Nee, er ontstond geen persoonlijke band tussen mij en Johan. In de ruim 40 jaar dat ik mijn vak uitoefende is er slechts een aantal mensen met wie ik meer dan een zakelijke ondervrager-ondervraagde relatie onderhield. Daar was ik eerlijk gezegd ook nooit naar op zoek. Cruijff en ik kwamen dus ook niet op elkaars verjaardagen en ik was ook niet iemand die hem verafgoodde. Toch was Cruijff onnavolgbaar. In de eerste plaats vond ik zijn taalgebruik fantastisch. Het was een voor hem logische taal die wij niet spraken en daar kon ik erg om lachen. Daarnaast vond ik de gedachtewisselingen tijdens interviews heel leuk. Hij stelde zich niet aan, was altijd zichzelf, we begrepen elkaar en dat was voor mij als interviewer zeer prettig. Zelfs het feit dat hij bijna altijd nét op tijd kwam vond ik ook wel grappig. Cruijff was anders en gold door de jaren heen als een gezellige partner voor mij in de stadions. Zolang er videomateriaal blijft bestaan, zodat de volgende generaties kunnen zien wat hij deed met een bal, zal hij voor de voetbalwereld tot in de lengte van dagen ‘De Grote Johan Cruijff’ zijn. En terecht!’
Dit voorjaar verschijnt het boek O Canada van Mart Smeets bij Uitgeverij De Kring.
Interview Martijn van Stuyvenberg Foto Uitgeverij De Kring / Toussaint Kluiters