Rafael van der Vaart (37) is tegenwoordig een veel besproken voetbalanalist. Hij vindt het zonde dat voetballers tegenwoordig op jonge leeftijd naar het buitenland vertrekken.
Heel veel mensen – onder wie jij – hebben zich er openlijk over verbaasd dat topspelers op steeds jongere leeftijd vertrekken bij Ajax. Wat is jouw uitleg daarbij?
‘Ooit had ik maar één droom: in het eerste van Ajax voetballen. Echte toptalenten hebben volgens mij nog steeds diezelfde droom en blijven graag zo lang mogelijk bij Ajax. Ik weet natuurlijk niet wat er zich allemaal heeft afgespeeld achter de schermen. Wat ik zelf nog wel eens zag, was dat voetballers die jong vertrokken zich soms tekort voelden gedaan omdat ze niet als beste werden gezien, of niet de waardering kregen. Soms was dat terecht en soms ook niet. Ik kan ernaast zitten, maar ik vind het onwijs jammer dat iemand als Justin Kluivert is weggegaan. Ik had hem nog wel een paar seizoenen bij Ajax willen zien ontwikkelen. AS Roma is een fantastisch mooie club, maar het is geen Real Madrid en ik hoop wel dat hij dat niveau nastreeft.’
Wanneer zien we je nou weer eens in actie bij De Toekomst?
‘Ajax is mijn club ga en ik er geen geheim van maken dat ik op een dag graag zou terugkeren in een leuke functie. Maar laat ik eerst mijn trainersdiploma’s halen en daarna zien we wel weer verder.’
Aan welke actie word jij door je supporters nog het vaakst herinnerd?
‘Mijn goal met de hak tegen Feyenoord in 2003 wordt me nog altijd zeer in dank afgenomen, maar zelf ben ik er vooral heel trots op als mensen zeggen dat ze gedurende mijn gehele voetbalcarrière van me genoten hebben. Daar heb ik trouwens een heel leuke anekdote bij. Vroeger gingen we elk jaar op vakantie naar Cádiz in Zuid-Spanje, waar mijn opa en oma woonden. Terwijl ik als klein ventje fanatiek aan het voetballen was, praatte mijn vader bij met een Nederlandse man die hij daar jaarlijks ontmoette. Vijf jaar geleden kwam mijn pa diezelfde man na jaren weer eens tegen. Nietsvermoedend vroeg hij: ‘zeg, die zoon van jou, dat voetballertje, is dat nog wat geworden?’ Waarop mijn bescheiden vader heel droogjes opmerkte: ‘ja, best wel…’’
Lees ook: Justin Kluivert: ‘Ik doe mijn best om de ideale schoonzoon te zijn’
Wat is het Amsterdamse gevoel van Rafael van der Vaart en wat zijn jouw favoriete stekken in de hoofdstad?
‘Ik ben er trots op dat ik meteen werd geadopteerd als import-Amsterdammer, maar ik groeide op in Heemskerk en Beverwijk. Ik ben dus niet iemand die elk hoekje van de stad kent, maar ik kom nog steeds graag in Amsterdam. We gaan er naartoe om bijvoorbeeld even ergens sushi te eten, of we gaan uit eten bij MOMO, om vervolgens een gokje te wagen bij Holland Casino.’
Of het nou in de voetballerij is of in je privé-leven: jij hebt altijd te maken (gehad) met geruchten. Hoe slaagde jij er steeds in om wijselijk je mond te houden en sympathiek te blijven?
‘Dat is niet eens zo heel moeilijk. Als je voetballer bent of ervoor kiest om op tv te komen, dan weet je dat daar commentaar op komt. Vaak komt het voort uit jaloezie en ik zeg altijd: afgunst is een ongeneeslijke ziekte. Natuurlijk vond ik het in het begin ook weleens moeilijk om met alle haters om te gaan, zeker als je daarnaast ook nog moet presteren voor een topclub als Ajax of Real Madrid. Gaandeweg werd ik hard van al die commentaren of kritieken en inmiddels weet ik dat ik me beter kan vasthouden aan de honderd leuke reacties die ik krijg. Dit is trouwens meteen ook een goede tip voor al die BN’ers die daar regelmatig over zeuren.’
Noem drie kleine, bijzondere, persoonlijke dingen die mensen waarschijnlijk nooit van je zouden verwachten.
‘Ik ben een groot fan van tv-programma’s als Vermist, Spoorloos en All You Need Is Love, waarbij het voorkomt dat ik moet huilen. Daarnaast ben ik gek op de Tour de France en vind ik met name Mart Smeets geweldig. Ik houd van dat soort bevlogen mensen die vol passie kunnen vertellen en weten waar ze over praten. Ze zijn kritisch, maar altijd opbouwend vanwege hun liefde voor de sport en het respect voor de sporters die ons zoveel plezier bezorgen. Als laatste kan ik vertellen dat ik allemaal tekeningen en andere cadeaus van mijn kinderen bewaar in mijn toilettas en die neem ik overal mee naartoe.’
Sjaak Swart staat op zijn tachtigste nog fanatiek te voetballen en scheldt zelfs de scheids nog uit. Is hij niet het allermooiste toekomstbeeld dat je een profvoetballer kan voorschotelen?
‘Sjaak is het voorbeeld voor élke man. Ik noem hem altijd mijn voetbalvader. Op mijn vijftiende nam hij mij onder zijn hoede en leerde ik deze unieke man goed kennen. Sjaak heeft altijd het beste met je voor en houdt ontzettend veel van Ajax. Tachtig jaar en er dan zo uitzien: deze geweldige vent is inderdaad ook míjn grote voorbeeld!’
Interview Martijn van Stuyvenberg Foto William Rutten Visagie Jedidjah Kuijten