In de podcastreeks 30 MINUTEN RAUW legt Ruud de Wild (55) zijn gasten op onnavolgbare wijze het (vragen)vuur na aan de schenen. Vallen deze pittige vragen van Mokum Magazine rauw op Ruuds dak?
Wat zijn de rauwe randjes van Ruud de Wild?
‘Vroeger kon ik heel primair reageren op situaties, tegenwoordig slaag ik er steeds beter in om eerst een nanoseconde na te denken voordat ik mijn gedachten op tafel gooi. Kijk, je kunt eerlijk zijn maar je kunt ook té eerlijk zijn. Als je wat meer hebt meegemaakt in je leven krijg je betere inzichten waardoor je bepaalde opmerkingen achterwege laat. Maar ik ga nog steeds niks uit de weg. Wat moet dat moet. Anders moet je mijn werk ook niet doen, vind ik.’
Vind jij dat Amsterdam zijn rauwheid is verloren?
‘Ik ben niet geboren, maar wel getogen in Amsterdam. Driekwart van mijn leven woon ik er nu. En nee, ik vind niet dat de stad zijn rauwheid is verloren. Sterker nog: ik vind dat een beetje gehuil en dorps gelul. Het toe-eigenen van een stad en roepen dat vroeger alles beter was, of dat veel dingen een ‘hype’ zijn vind ik sowieso iets heel geks. Meestal wordt de Roxy er dan bijgehaald als een soort paleis van de vrijheid, maar dat was destijds ook niet meer dan een kortstondige hype voor mensen die totaal de weg kwijt waren. Als je de mensen ziet die daar destijds de deur platliepen, loop je met een grote boog om ze heen, haha. Voor mij is Amsterdam nog steeds een heerlijke stad en ik ben altijd blij als ik weer naar huis ga. Ik weet niet of ik mezelf daarmee een échte Amsterdammer mag noemen – want dan krijg ik de mensen die hier per ongeluk zijn geboren over me heen – maar ik ben dus wel een heel tevreden inwoner van deze stad.’
Wanneer ben jij op je allerbest?
‘Als ik lekker in mijn vel zit en begrepen word. Ik ben niet onmogelijk om mee te werken, maar ik ben wel streng en rechtlijnig. Nummer één zijn is makkelijk dan nummer één blijven. Daar moet je heel hard voor werken, want je bent zo goed als je laatste radioprogramma, podcast of schilderij.’
Wie vind je de beste in de disciplines die jij uitvoert?
‘Ik heb de onhebbelijke gewoonte dat ik tegen niemand opkijk, maar er zijn wel mensen die ik bewonder. In de kunst-/architectenwereld zijn dat Christo en Rem Koolhaas en er is, of liever gezegd wás maar één goede schilder: Rembrandt van Rijn. Wat radio betreft zijn Wim T. Schippers en Jeroen van Inkel mijn ankers geweest.’
Je voormalig radiocollega en generatiegenoot Michael Pilarczyk is wereldberoemd geworden als Mister Mindset en predikt dat iedereen zijn/haar mooiste leven zou moeten leiden. Doe jij echt wat je wilt op dit moment?
‘Zeker doe ik wat ik écht wil. Bel de directie van de KRO-NCRV maar, dan zullen zij dat waarschijnlijk onmiddellijk beamen. ‘De vraag is: is de werknemer lastig, of is de manager geen goede manager?’, zei mijn oude baas Gerard Timmer weleens.’
Wat zou je aan mede-Herengracht bewoonster Femke Halsema vragen als je haar een half uur te spreken krijgt?
‘Zij wil niet. Ze heeft bedankt voor mijn podcast 30 MINUTEN RAUW en ik snap ook wel waarom. Ik denk dat ze bang is om het achterste van haar tong te laten zien omdat ik vragen stel die haar niet uitkomen. En misschien heeft ze zich ook wel totaal niet verdiept in wat voor een gesprekken ik voer. Of ik dat jammer vind? Niet echt, want ik vind haar ook niet onze leukste burgemeester. Het gevoel dat ik bij haar heb, is dat ze roept vanaf de linker zijlijn terwijl de grachtenpolitie regeert. Er zijn in Nederland óók mensen die níet non-binair zijn en wat minder woke – en daar mag ze ook eens naar kijken, zeker in een stad als Amsterdam. We zullen het met z’n allen moeten doen, maar bij haar heb ik niet het idee dat iederéén meedoet.’
Wanneer vind jij een interview – al dan niet van jezelf – geslaagd?
‘Als de kijker of luisteraar niet op het puntje van zijn stoel zit, of wanneer je je als gast nergens zorgen over hoeft te maken, is het eigenlijk al geen goed interview. Dan wordt het een soort Zomergasten, wat trouwens het levende bewijs is van een tv-programma waarbij de presentator niet hoeft te kunnen interviewen.’
Wat vind jij dan van jezelf als je terugkijkt of -luistert?
‘Ik vind vooral dat ik een leuker mens ben geworden. Of ik ook een goede interviewer ben? Ja, maar dat durf ik pas sinds de laatste jaren over mezelf te zeggen. Om jezelf een goede interviewer te vinden, moet je op een dag besluiten dat je jezelf een goede interviewer vindt. Dat klinkt misschien arrogant, maar daar moet je dan gewoon schijt aan hebben.’
Een vleugje meer Mart Smeets, dus?
‘Ja, eigenlijk wel. En je kunt van hem vinden wat je wil, maar hij is wel een verdomd goede interviewer. Ik heb Mart hoog zitten en waar ik heel trots op ben: volgens mij ben ik een van de weinige mensen die hem aan het lachen heeft gekregen.’
Lees ook: Armin van Buuren: ‘Amsterdam is de mooiste stad ter wereld!’
Stel: het is voor je weggelegd om 106 te worden. Dan ben je vandaag dus over de helft. Welk gevoel bekruipt je dan?
‘Angst! Dat zou namelijk betekenen dat ik nog heel veel gore koffie moet drinken en vieze cake moet eten op al die uitvaarten. Ik hoef niet zonodig hysterisch oud te worden. Medium oud is ook goed, maar dan wel het liefst met een klap eruit. Hartaanvalletje, ofzo. Of in m’n slaap, zodat ik er niks van merk. In elk geval iets gemoedelijks.’
Tot slot: wat is de meest originele vraag die nog nooit aan je is gesteld?
‘Uhm… deze!’
De podcast 30 MINUTEN RAUW is te beluisteren via de bekende podcastkanalen en www.nporadio2.nl.
Interview Martijn van Stuyvenberg Foto’s KRO-NCRV
Ruud de Wild Ruud de Wild Ruud de Wild