De tune van Nederland in Beweging veegt alle slaap spinrag uit mijn ogen. Hup, benen over de rand en sloffen zoeken. Even een bekertje water drinken en dan hup.
Wijdbeens stappen – stap met om de beurt een voet – ik klamp me nog even angstig met een hand aan een stoelleuning en dan los met die benen. Sumo kniebuigingen. Diep, dieper diepst. Mijn botten kraken. ‘En nu nog even een sprintje. Ja goed zo!’ Meestal doe ik de eerste ochendshift.
Barbara de Loor, de opvolgster van Olga Commandeur, heeft zichzelf al helemaal gevonden in het programma. Ik vind het ook heel grappig dat zij tussen de oefeningen ons steeds maant: ‘rustig. En nu rustig terug.’
Na drie rondjes waarin de benen grondig onder handen worden genomen, gaan we de spierballen trainen. Ik kijk naar de onderkant van mijn bovenarmen. Bij de plek waar mijn vlees ooit de neiging had tot ‘Chicken Tonight’ knijp ik tevreden in de stevige spiermassa van die stukken bovenarm, die vroeger flebberig waren.
Lees ook: ‘Dolce far niente’
Weg fliebers en vlezige flabbers. Gewoon strak vlees en een klein beetje spieren. Ik zucht tevreden. Ook mijn vette bejaardenbuikje is gesmolten. Ik trek de boel lekker strak. Ik doe dit al jaren, ik kan ook niet meer zonder. Na corona was ik tien pond afgevallen. En die zijn er nooit meer aangekomen. Ik roep samen met professor Erik Scherder in koor: Bewegen, bewegen, bewegen!
Ik wens u kracht naar kruis de komende weken, wanneer het lekkers voortdurend langs uw neus trekt. Van alles een beetje, dan valt de schade wel mee. Vrolijke feestdagen!