Opticien: Ralph Optiek
Bril: Nike Vision
Cap: Mokum Made
Sweater & jeans: Amsterdenim
Sneakers: HOFF
Foto: Elsemieke van Aalst
Het is zaterdagavond als ik bij een Italiaans restaurantje op de Utrechtsestraat* naar binnenloop om een simpele bruschetta, een spaghetti bolognese en een pizza frutti di mare af te halen. In één oogopslag bekijk ik de situatie ter plekke: het is er stervensdruk. Vóór corona had ik ongetwijfeld geërgerd rechtsomkeert gemaakt om een andere zaak op te zoeken. Nu denk ik: ‘mooi, ze hebben het ouderwets druk en de verhalen zijn dus juist dat dit een goed tentje is’ – en ik loop richting de serveerster. ‘Afhalen?’, schat ze in. Ik knik. ‘Gaat u hier maar even zitten’, wijst ze op het allerlaatste vrije tafeltje. Terwijl ze mijn bestelling opneemt, vraagt een ouder echtpaar in de hoek om de rekening en komt er een Fransman met zijn twee zoons binnengewandeld. Of ik toch even plaats zou willen maken. Vóór corona was mijn stemming ongetwijfeld omgeslagen in het standje ‘korzelig’, nu ga ik met alle plezier tegen een balustrade staan, in afwachting van mijn bestelling.
In de keuken zie ik slechts één wat oudere man heen en weer lopen. Een echte Italiaan, zo te zien. Als de dame in de bediening ziet hoe ik hem sta te observeren, zegt ze vol trots: ‘da’s mijn vader. Normaal gesproken heeft ‘ie hulp in de keuken, maar we hebben iedereen moeten ontslaan. Nu werken we samen. Maar ja: je ziet wat er gebeurt als het ineens écht heel druk wordt.’ Ik zag het. En tóch viel er absoluut geen paniek of chaos van hun gezichten af te lezen. Vader en dochter leken dankbaar te zijn dat hun restaurantje weer floreerde als vanouds. Ondertussen daag ik mezelf maar uit om het gesprek dat de Fransozen voeren te verstaan.
Lees ook: ‘Dat zei m’n vrouw ook vannacht…’
Na drie kwartier wachten zie ik vader en dochter samen in het keukentje staan. Ze kijken allebei mijn kant op en het wordt me meteen duidelijk dat hij mijn pizza frutti di mare is vergeten. Vóór corona had ik wellicht het geld van de pizza teruggevraagd, maar nu nip ik tevreden aan een Grappaatje dat ik – naast tientallen verontschuldigingen – zojuist van het pappaatje heb gekregen. ‘Joh, hou op, ik sta hier prima en ik heb geen haast, doe rustig aan’ zeg ik na de elfde ‘sorry’. Het is zaterdagavond, ik sta in de mooiste stad van de wereld in de prachtige Utrechtsestraat waar ik te gast ben bij een hardwerkende Italiaanse vader en dochter voor wie ik respect heb. Ik heb ontzag voor het feit dat ze ondanks de extreme drukte zo lief voor elkaar blijven en dat ze samen de crisis hebben weten te doorstaan. Na ruim een uur word ik beloond voor het lange wachten en eet ik thuis de meest verrukkelijke bruschetta en spaghetti bolognese die ik ooit heb gegeten. Vóór corona had ik deze gerechten waarschijnlijk een ’8 ½’ gegeven, maar nu geef ik een dikke vette 10!
* Il Boccalino,Utrechtsestraat 133
Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine