Frank de Boer is een monument in Amsterdam. Met matige selecties en steeds vervelender voetbal reeg hij 4 achtereenvolgende landstitels aan elkaar. Had Ajax in Doetinchem (2016) niet knullig gelijkgespeeld dan was Frank in 5,5 jaar zelfs 5 keer kampioen geweest. Nu – vier voortijdig beëindigde klussen verder – lijkt de carrière van De Boer na het recente EK te zijn gestrand. Wie gaat deze beminnelijke Ajacied met aanwijsbare kennis, ervaring en prijzen nog voor een spelersgroep zetten?
De vraag of een grote speler ook een grote trainer wordt, blijft relevant. Naar aanleiding van de ‘uit de hoge hoed (van Johan Cruijff)’ aanstelling van Marco van Basten als bondscoach (’04), waarschuwde Co Adriaanse al dat ‘een goed paard nog geen goede ruiter is’. Bij Oranje werd het geen doorslaand succes. In Amsterdam gooide hij vervolgens zelf de handdoek in de ring, niet lang nadat een boze supporter hem ‘Pannenkoek’ toeriep. Als analist blinkt Marco tegenwoordig echter uit met verstandige en prikkelende opmerkingen terwijl hij na Ajax bij sc Heerenveen en AZ ervoer dat hij zijn spelers echt niets zinnigs kon bijbrengen. Van Basten bezwoer nooit meer te coachen. Voetballers zijn dus niet op niveau vanzelfsprekend trainer/coaches.
Lees ook: Hand in hand
Rinus Michels (8 titels) en Louis van Gaal (11 titels) zijn onmiskenbaar de grootste trainers in de Ajax-geschiedenis. Zij zijn hoofdverantwoordelijk voor de twee Gouden periodes van de club. Je zou denken dat goed voorbeeld doet volgen maar uit hun selecties zijn nauwelijks geslaagde hoofdtrainers voortgekomen. Uit de groep van Michels pakten slechts Barry Hulshoff, Ruud Krol, Johan Neeskens, Arie Haan en uiteraard Johan Cruijff het trainersvak op.
Daarentegen zijn veel meer jongens van Louis het trainersvak ingestapt. Alleen bij momenten; John van der Brom en vooral de genoemde Frank de Boer zijn komen bovendrijven. Danny Blind werd door Cruijff gehaald en triomfeerde met Van Gaal. Onbegrijpelijk blijft dat hij nooit een splinter heeft laten zien van het voetbal waarin hij indertijd juist het cruciale kruispunt was. Jan Wouters werkte ook met JC en Louis. Hun benaderingen en zijn onverzettelijkheid zagen we niet terug in het Ajax dat hij coachte. Uit die gemengde school schitterde Frank Rijkaard met FC Barcelona en zijn Stanley Menzo, Aron Winter, John van ’t Schip en Wim Jonk nog altijd actief. De verwachting was dat de gelouterde Clarence Seedorf een geweldige trainersloopbaan zou maken nadat hij meteen aan de slag kon bij zijn AC Milan. De sensatie sleet snel en hij zit nu al enige tijd zonder club.
Opmerkelijk is dat oud-spelers zelden het voetbal prediken waarmee ze zelf successen en waardering hebben geoogst. Hoewel het argument dat ze afhankelijk zijn van het spelersmateriaal natuurlijk valide is, blijkt uit hun geloofsbrieven nooit het streven en het verlangen naar het spel waarmee de wereld werd veroverd. Een passie die Johan Cruijff als trainer/coach bleef verkondigen. De hele voetbalgemeenschap omarmde zijn visie en uitvoering. De rancuneuze Louis van Gaal marginaliseerde zijn invloed. Een jaloerse Michels noemde ‘Jopie’ een psychopaat.
Robert Leon
www.dutchfellow.wordpress.com