Zijn theaterdebuut was in 1965 en inmiddels heeft hij meer dan 500 keer in Carré gespeeld en zijn we 182 albums en 14 Top 40-hits verder. Herman van Veen (74) in cijfers.
1965 (theaterdebuut)
‘Onze allereerste voorstelling voor een betalend publiek was in de foyer van de Utrechtse schouwburg. Er zat een handjevol mensen: mijn vader en moeder, onze buren, wat ooms en tantes en links en rechts wat losse bezoekers. Op de eerste rij zaten ook kardinaal Alfrink, de Utrechtse burgemeester De Ranitz en Anton Geesink. We hebben gespeeld alsof ons leven er vanaf hing.’
182 albums
‘Je maakt een plaat, je vindt hem de mooiste en drie weken later denk je: ‘het kan beter’ en ‘misschien moet ik dat zo of dat zus’. Je sleutelt verder en dan ligt er wéér een plaat waarvan je denkt: ‘dit kan niet beter’ – en dan zit je ineens op 182.’
14 Top 40-hits
‘Ik zing ‘oude’ liedjes alleen op verzoek. Er liggen soms mailtjes in mijn kleedkamer met de vraag: ‘meneer Van Veen, wij zijn tegen heug en meug met uw liedjes opgegroeid. We hadden kaartjes gekocht voor onze ouders, maar onze vader kreeg volkomen onverwacht een hartaanval. Hij was gek op …, kunt u dat vanavond voor onze moeder zingen?’
500 keer in Carré
‘Carré is voor ons een picobello zaal, vooral ook om haar hoefijzer vorm. Het publiek zit in een halve cirkel voor je. Iedereen kan je zo goed zien, iedereen kan elkaar zien. Het is in wezen niet anders dan zo’n duizend jaar oud Grieks theater. Van alle zalen waar ik in de wereld speelde, vind ik Carré nog steeds het fijnst.’
Interview Martijn van Stuyvenberg. Foto Jesse Willems