Mokum Magazine hoofdredacteur Martijn van Stuyvenberg (46) zit dit jaar 25 jaar in het vak. Hij werkte voor de grootste tijdschrifttitels van Nederland en interviewde (inter)nationale wereldsterren als Beyoncé, Eminem, Robbie Williams, Enrique Iglesias, Janet Jackson, Jody Bernal en Rihanna. In ‘Off The Record’ vertelt hij de verhalen achter de schermen. Schijten

Nee, niet bij elke persreis spring je een gat in de lucht en zéker niet als je wordt uitgenodigd om vijf dagen lang de smog van een Indiase buitenwijk van Bombay te mogen inademen. Een journaliste van de Krant van Wakker Nederland was dezelfde mening toegedaan. Maar de gezellige en getalenteerde cast & crew van de film Zoop in India maakte een hoop goed, waardoor ik toch goed geluimd plaatsnam in het vliegtuig voor een setvisit.

Mijn journalistieke reisgenote uitte meteen haar ongenoegen over haar collega’s. Werkelijk níemand van de entertainment redactie was bereid om voor deze ‘kinderfilm’ een paar dagen af te reizen naar het prachtige en kleurrijke land. Zodoende was zij door de hoofdredacteur aangewezen om als theaterrecensent een artikel te schrijven, iets wat ze duidelijk beneden haar niveau vond. ‘Bespeur ik hier enige recalcitrantie?’, informeerde ik plagerig. ‘Nou en of!’, knikte ze. Ze deed haar slaapmasker op en sukkelde in slaap. Na acht uur en 15 minuten worstelden we ons door de bedelaars heen en werden we met een taxi van het vliegveld via een flink aantal krottenwijken naar ons hotel gebracht. ‘Kijk, die man poept gewoon op straat. Nou jaaaaaa!’, riep de verslaggeefster. Ze had op dat moment eens moeten weten wat haar te wachten stond!

Lees ook: OFF THE RECORD #13 Mopperende Mart Smeets

Op onze hotelkamer lagen duidelijke instructies klaar. ‘Jullie eten (en drinken) met ons mee. Bestel alsjeblieft niets op eigen kosten’, stond er in de gastvrije welkomstbrief van regisseur Johan Nijenhuis. ‘Had jij ook zo’n betuttelend briefje op je kussen?’, vroeg mijn collega. Ik liet maar achterwege dat ik het verre van belerend, maar juist heel vriendelijk vond. ‘Nou, als ik dorst heb, koop ik een flesje water en let ik er gewoon goed op of deze gesloten is. Ik ben toch geen klein kind!’, brieste ze – en ze voegde de daad bij het woord tijdens een verkennend wandelingetje in de buurt van het hotel. Maar ook in de ‘verzegelde’ flesjes water die in India op straat worden verkocht zit dikwijls gewoon leidingwater.

En dus zat mevrouw in die paar dagen dat we in India verbleven – bij gebrek aan sanitaire voorzieningen – voortdurend te schijten in de struiken langs de set. Alle ‘Zoopies’ hadden er de grootste lol om. ‘Bij voorbaat excuses als deze scène een paar keer over moet, maar ik verlies telkens mijn concentratie als ik Mevrouw Racekak weer in mijn ooghoeken zie opdoemen!’, verontschuldigde één van de hoofdrolspeelsters zich.

Ruim vijftien jaar na dato is het nog steeds zo dat – als ik haar naam, of de filmtitel ‘Zoop’ zie staan óf één van de castleden van toen spreek – we herinneringen ophalen aan die eigenwijze Telegraaf-journaliste die bij vrijwel alles scènes zwetend en met een verkrampt gezicht op haar hurken had toegekeken vanuit de bosjes…

Schijten