De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een geboren en getogen Amsterdamse. Veel interviews geeft ze niet, maar voor Mokum Magazine maakt Vera Bergkamp (52) een uitzondering.
Hebben wij onder een steen gelegen dat wij jou nooit zo heel erg hebben geassocieerd met Amsterdam?
(lachend) ‘Zeker, daar heb ik nooit een geheim van gemaakt. Ik ben geboren op de Jacob van Lennepkade, waarna ons gezin verhuisde naar de Hondecoeterstraat. Een leuke buurt, waar we lang hebben gewoond en waar ik ook op school zat. Uiteindelijk zijn mijn ouders naar Amstelveen gegaan, waar ik kort heb gewoond. Daarna ben ik weer teruggekeerd om op kamers te gaan. Ik hou van Amsterdam, de enige stad die mij zó kan raken dat ik er af en toe een brok van in mijn keel krijg!’
Opgroeien in de jaren 70 en 80: hoe was dat?
‘Vooropgesteld dat ik echt van Amsterdam houd, was het met name in de jaren 80 harder en roeriger. Ik kan me de krakersrellen, de ME-busjes en de akelige sfeer nog goed herinneren. En ik weet bijvoorbeeld ook nog dat ik met mijn moeder naar de slager in de Van Baerlestraat ging waar er tegen de atoombom werd gedemonstreerd. Die beelden zal ik nooit meer vergeten.’
Omschrijf de jonge Vera Bergkamp eens.
‘Ik was leergierig, geïnteresseerd, beschouwend, trad niet graag op de voorgrond en was zelfs een beetje verlegen. Daarnaast was ik ook sociaal bewogen. Er zat een jongetje uit Nieuw-Zeeland bij mij in de klas dat werd gepest omdat hij de taal niet goed sprak en ik was de eerste die hem overal bij hielp. Ik ben altijd iemand geweest die belangeloos een bijdrage wilde leveren aan haar directe omgeving. Als voorzitter van COC Nederland zei ik altijd: als ik het leven van één jongetje of meisje in positieve zin kan veranderen, is dat winst.’
Wat vind jij – als voormalig lid van de Amsterdamse deelraad van stadsdeel Centrum – van alle discussies over de binnenstad?
‘Ik denk dat er een groot verschil is tussen daadwerkelijk in het centrum wonen en er af en toe eens op donderdagavond of zaterdagmiddag naartoe gaan om te winkelen. Niet overal is het druk, maar in bepaalde gebieden is dat wél het geval. Ik snap heel goed hoe moeilijk het is om de juiste verhouding tussen leefbaarheid en economie te vinden.’
Waarom past D66 zo goed bij jou?
‘Het sociaal-liberale. Het is een partij die staat voor persoonlijke vrijheid, oftewel: je moet je leven kunnen leiden zoals jíj dat wil. En als dat niet lukt, moet je erop kunnen rekenen dat je wordt geholpen. Met name deze aspecten van D66 en ook de mensen die er werken spreken mij enorm aan. Els Borst wil ik graag noemen als een persoonlijk voorbeeld als het ging om de medische ethiek. Maar ook Boris Dittrich en Alexander Pechtold speelden een belangrijke rol in mijn politieke carrière.’
Wat is het leukste en lastigste van jouw functie als Tweede Kamervoorzitter?
‘Het Kamervoorzitterschap is een leuke, veelzijdige en unieke functie. Lastig is natuurlijk wel dat iedereen – net als bij een bondscoach – een mening over je heeft. Wat me ook opvalt, is dat er meer invloed en macht wordt toebedeeld aan De Voorzitter dan daadwerkelijk het geval is. Om het in voetbaltermen uit te drukken: een scheidsrechter bewaakt de spelregels, maar de spelers maken de wedstrijd.’
Hoe ga je om met de uiteenlopende kritieken op jouw functioneren?
‘Door er doorheen te gaan en reëel te zijn dat alle nieuwe Voorzitters hun dosis krijgen en dat iedereen dat vervolgens ook weer vergeet. Het hoort erbij, maar ik ben daarnaast ook reflectief. Ik denk er voortdurend over na wat ik beter of anders kan doen. Het allerbelangrijkste is dat ik er altijd op terug kan vallen dat ik mijn werk naar eer en geweten doe. Iedereen kan en mag er wat van vinden en ik sta overal voor open, maar uiteindelijk ben ik mijn eigen kompas. Ik ben wie ik ben en in deze tijd van polarisatie is het volgens mij helemaal niet zo verkeerd dat er ook iemand is die op een rustige en verbindende rol alle debatten op de inhoud probeert te leiden. In 98% van de gevallen lukt dat prima. Wel vind ik het jammer dat er soms onnodig ophef ontstaat over allerlei incidenten die het nieuws hebben gehaald. Ik snap best dat het spannende en juicy beeldfragmenten zijn, maar het weerspiegelt niet hoe wij met elkaar omgaan in de Tweede Kamer.’
Heb je er weleens over gefantaseerd hoe het zou zijn om ooit op de Herengracht 502 te wonen?
‘Ik ben er geweest en ik heb de verhalen erover gelezen, dus ja: ik heb weleens gefantaseerd hoe het zou zijn om daar te wonen. Maar ik vind mijn huidige baan fantastisch. Ik denk nu echt niet na over een andere baan.’
Vera’s favoriete adresjes in Amsterdam
1 Café ’t Mandje (Zeedijk 63) – ‘Leuk dat ze weer zijn geopend.’
2 Gebr. Hartering (Peperstraat 10) – ‘Verrassende en pure gerechten. Tijdens het reces ga ik er zeker naartoe.’
3 New King (Zeedijk 115-117) – ‘Geweldig Chinees restaurant.’
4 De Plantage (Plantage Kerklaan 36) – ‘Mooi terras.’
5 Tempura (Plantage Kerklaan 26) – ‘Heerlijke sushi.’
Interview Martijn van Stuyvenberg Foto Jeroen van der Meyde, Tweede Kamer