Bril: Dick Moby geld
Opticien: Ralph Optiek
Cap: Mokum Made
Al jarenlang kan ik de verleiding niet weerstaan om, zodra ik langs een bekende delicatessenzaak in de Jordaan loop, toe te geven aan de verleiding om een grote zak lekkernijen te kopen. Meestal word ik geholpen door een dame van middelbare leeftijd, die – na het wegen – me steevast bijna verontschuldigend aankijkt, het bedrag noemt en direct daar achteraan zegt: ‘wat een geld, hè?’ De allereerste keer dat het me overkwam, voelde ik mij zó schuldig, dat ik bijna had gezegd: ‘ja verdomd, je hebt gelijk. Sorry voor mijn schaamteloosheid, ik zie inderdaad van deze peperdure impulsaankoop af!’
‘Ik wens je veel personeel toe’ is een bekende uitspraak. Steeds vaker wordt deze wijsheid me in de praktijk ongevraagd voor de voeten geworpen door de onhandige, vaak nieuwe, medewerkers van zaken waar ik graag kom. Zo sprong ik een dag voor Moederdag op de fiets om een dinerbon te halen bij mijn lievelingsrestaurant. Ik werd ontvangen door een voor mij onbekende onbenul, met een puntgaaf gevoel voor misplaatste humor. ‘Nou, jij wist zeker ook niet wat je moest kopen?’ schaterde hij als enige om zijn eigen grap, alsof ik vlak voor een verjaardag nog even een last-minute Rituals pakketje kwam aanschaffen. Diezelfde avond zat ik in een ander restaurant, waar een serveerster ons vriendelijk vroeg of we lekker hadden gegeten. Tot zover niks aan de hand. Maar nadat we al hadden aangegeven dat het ook ditmaal weer meer dan uitstekend was, vroeg ze bezorgd: ‘maar was het niet te zout?’ Nee, dat was zeker niet het geval. Hoe kwam ze daar nou bij? ‘Nou, gisteren was er iemand die alles had teruggestuurd omdat ze het veel te zout vond.’ Een volledig overbodige ontboezeming waarmee ze haar eigen chef-kok devalueerde vanwege één zanikende klant. Ze schrok er zelf van – en bracht ons in allerijl een ‘drankje van het huis’, gevolgd door de rekening. Ik vouwde de nota open en riep: ‘wát een geld, hè?’
Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine